Projectoverzicht

Tussen 1600 en 1850 brachten koloniale handelsnetwerken en het wereldwijde verkeer van mensen, kennis en goederen Europese consumenten in contact met een breed scala aan nieuwe genots- en roesmiddelen: tabak, suiker, koffie, thee, cacao en opium. In een ‘psychoactieve revolutie’ transformeerde het gebruik van deze geestveranderende middelen voedings- en sociale gewoonten. Nieuwe vormen van gebruik werden van fundamentele betekenis voor de wereldeconomie en voor natiestaten.

Intoxicating Spaces, een samenwerkingsproject tussen de universiteiten van Oldenburg, Sheffield, Stockholm en Utrecht, richt voor twee jaar – van 219 tot 2021 –  de focus op vier Europese steden tussen c. 1600 en c. 1800: Amsterdam, Hamburg, Londen en Stockholm. Het project onderzoekt de diepgaande impact van de nieuwe genotsmiddelen op stedelijke openbare ruimtes, de rol van die stedelijke openbare ruimtes bij de opname van de nieuwe middelen in Europese gewoonten en praktijken, en de vaak op uitbuiting gebaseerde internationale systemen waarbinnen de middelen werden geproduceerd, verhandeld en geconsumeerd. Het project zal via evenementen en een virtuele tentoonstelling en in samenwerking met musea, ngo’s en scholen laten zien dat het begrijpen van de processen rond de introductie van de nieuwe middelen ons een cruciaal historisch perspectief biedt. Cruciaal voor de discussie rond urgente hedendaagse problemen als het gebruik en misbruik van drugs en verslaving, de rol van migratie hierbij, het toelaten en uitsluiten van mensen in openbare ruimtes, en de plaats van genots- en roesmiddelen in de moderne cultuur en het dagelijks leven in het algemeen.

Case Studies

We vergelijken de invloed van de nieuwe genotsmiddelen op vier stedelijke omgevingen tussen c. 1600 en c. 1850: Amsterdam, Hamburg, Londen en Stockholm. Deze snel ontwikkelende steden hadden een centrale positie in een handelszone die zich van de Noord- en Oostzee verbreidde naar Amerika, Afrika en Azië. De steden waren belangrijke importeurs van de nieuwe middelen en van hun gebruik, en tegelijk distributiecentra naar andere delen van hun regio en het achterland van de Nederlanden, Duitsland, de Britse eilanden en Scandinavië.

Thema’s

Binnen elke stedelijke omgeving zijn we vooral geïnteresseerd in:

  • Stedelijke ruimtes: de plaatsen, systemen en netwerken (lokaal, regionaal, en globaal) waar nieuwe genotsmiddelen binnenkwamen en circuleerden, en de positie van die ruimtes binnen internationale handelssystemen, inclusief de daarmee verbonden vormen van koloniaal geweld en slavernij.
  • Openbare ruimtes: gebouwen en institutionele omgevingen voor verkoop en sociale omgang waar de nieuwe genotsmiddelen werden uitgewisseld en geconsumeerd, en die op hun beurt hielpen gebruik van die middelen vorm te geven. Het gaat hier om bierhuizen, bordelen, koffiehuizen, beurzen, gildekwartieren, herbergen, markten, homo-ontmoetingsplaatsen, opiumkitten, pleziertuinen, koninklijke hoven, winkels, straten, tavernes, theaters en theesalons .

Methodologie

We onderzoeken deze thema’s vanuit de optiek van de praxeologie, een wetenschappelijke benadering die zich richt op het menselijk handelen. Dit is een traditie van sociaalwetenschappelijk en historisch onderzoek die probeert menselijk gedrag (in verleden en heden) te begrijpen door zich te concentreren op de ‘praktijken’, ofwel de gemeenschappelijke manieren van ‘zeggen en doen’ waardoor dingen gebeuren; en niet door een concentratie op de ongrijpbare ‘motieven’ van deelnemende individuen, of op de determinerende ‘structuren’ van de samenleving waarin ze handelen .

Evenementen

We organiseren een breed scala aan evenementen in de loop van het project, waaronder vier openbare workshops (Amsterdam, Hamburg, Londen en Stockholm 2020–2021); een internationale schoolworkshop (Amsterdam 2020); en een afsluitende internationale conferentie (Sheffield 2021).

Virtuele Tentoonstelling

Een centrale output van Intoxicating Spaces zal een virtuele tentoonstelling zijn, ontworpen en gebouwd in samenwerking met collega’s van het Digital Humanities Institute van Sheffield. In de tentoonstelling zullen kaarten, tijdslijnen en 2D- en 3D-afbeeldingen van artefacten, afbeeldingen en documenten worden samengebracht. Deze online source zal voorbeelden en data bevatten uit vijf steekproefperioden uit onze vier case studies. De voorbeelden zullen worden geselecteerd uit de volgende schriftelijke en visuele bronnen,:

  • Notariële akten
  • Egodocumenten
  • Overheidsregisters
  • Museumcollecties
  • Boedelinventarissen

Nationaal Contact

Professor Toine Pieters
Universiteit Utrecht
Buys Ballotgebouw
Princetonplein 5
Kamer 404
3584 CC Utrecht

t.pieters@uu.nl
+31 (0)30 253 5667